Psychoanalyse en literatuur

Oorspronkelijke titel: Psychoanalysis and Literature
Auteur: Hendrik M. Ruitenbeek
Vertaling: M. Hartkamp (hoofdstuk III)
Uitgeverij: Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam
Jaar van uitgave: 1969
ISBN: geen
Omvang: 319 pagina’s
Bindwijze: Ingenaaid, omslag met flappen
Afmetingen: 125 x 200 x 21 mm
Gewicht: 432 gram

Flaptekst:
Hendrik M. Ruitenbeek werd in 1928 in Leiden geboren, waar hij aan de Rijksuniversiteit studeerde en de doctorstitel behaalde. In 1955 ging hij naar de Verenigde Staten. Hij is thans Amerikaans staatsburger, heeft een praktijk als psychoanalyticus en doceert tevens psychologie aan de universiteit van New York.
De wetenschappelijke resultaten van de psychoanalyse hebben niet alleen het begrip en onderscheidingsvermogen vergroot van hen die zich als criticus of als lezer met hedendaagse literatuur bezighouden, maar ook de schrijver meer inzicht gegeven in zichzelf en in het materiaal waarmee hij werkt. Het aantonen van deze tweevoudige invloed van de psychoanalyse op de literatuur is het doel dat dr. Ruitenbeek bij het samenstellen van deze bundel voor ogen heeft gestaan.

Inhoud:
I Alfred Kazin / Psychoanalyse en literatuur in onze tijd
II Ernest Jones / De dood van Hamlets vader
III Marie Bonaparte / Psychoanalytische interpretaties van verhalen van Edgar Allan poe
Moederverhalen: Berenice, Ademloos
Vaderverhalen: Het hart als verklikker, De put en de slinger
IV Clarence P. Oberndorf / Psychoanalyse in de literatuur en haar therapeutische waarde
V George Devereux / Waarom Oedipus Laius doodde
VI Simon O. Lesser / Schuldgevoel en de oorsprong van schuld – Het proces van Kafka
VII Norman N. Holland / De tragedies van Shakespeare en de drie wijzen van psychoanalytische benadering
VIII John Skinner / Lewis Carrolls avonturen in Wonderland
IX Lionel Trilling / Freud en de literatuur
X Heinz Kohut / Der Tod in Venedig van Thoma Mann. Een verhaal over de desintegratie van de artistieke sublimering
Aantekeningen