Wie dwepen er zoal met Edgar Allan Poe? Waar komt hun liefde voor zijn werk vandaan? En van welk verhaal of gedicht klopt hun hart het snelst? In de geheel nieuwe serie ‘Het rendez-vous’ worden vijf terugkerende vragen gesteld aan een Poe-fan. In deze derde aflevering is het woord aan Michel Scheijen.

Michel Scheijen (Kerkrade, 1974) is werkzaam als verpleger in de ouderenzorg. Zijn begeestering voor Edgar Allan Poe ontstond toen hij hem eind jaren 80 leerde kennen door het album ‘Tales of Mystery and Imagination’ van The Alan Parsons Project. Buiten het feit dat hij verknocht raakte aan Poe’s verhalen, besefte hij wat het geschreven woord voor een enorme impact kan hebben en dat schrijven een figuratie is van de menselijke geest. Naast muziek kwam er prompt nog een fascinatie bij: schrijven. In zijn vrije tijd is hij verslaggever voor het muziekplatform Zefmagazine. Michel Scheijen is Poe dankbaar dat hij de cirkel rondmaakte.

“Elk Poe-verhaal of -gedicht heeft een bepaalde mate van aantrekkingskracht.”

Hoe ben je voor het eerst in aanraking gekomen met Edgar Allan Poe?

“Mijn eerste kennismaking met Poe dateert uit eind jaren ’80 toen ik het album ‘Tales Of Mystery and Imagination’ van The Alan Parsons Project in handen kreeg. Het was meteen raak! Naar mijn mening is er nooit een beter album gemaakt dat qua sfeer en inhoud zo goed overeenstemt met Poe’s geschriften. Ik ben eerst de verhalen gaan lezen die op de plaat waren verwerkt. Later waagde ik mij ook aan de andere verhalen die voor mij als 15 jarig broekie lastig te bevatten waren. Vanwege mijn bovenmodale fascinatie voor muziek kwam ik Poe nog vaker tegen. Bijvoorbeeld op ‘A Secret Wish’. Een album van de Duitse synthipop-band Propaganda.”

Wat vind je het meest fascinerend aan hem?

“Ten eerste: zijn ondoorgrondelijkheid. Al lees je zijn verhalen vijfentwintig keer per week; je ontdekt altijd weer iets nieuws.
Ten tweede: zijn verbeeldingskracht, het analytisch vermogen, en de onuitputtelijke woordenschat.”

Welk van zijn verhalen of gedichten is volgens jou het beste en waarom?

“Poeh! Dat is een moeilijke vraag. Qua gedichten vind in natuurlijk ‘The Raven’ nog steeds onovertroffen vanwege de macabere, mysterieuze vorm. Maar ‘A Dream Within A Dream’ vind ik in het kader van woordgebruik en evocatie veel mooier. Wat betreft verhalen kan ik ‘Het Masker Van De Rode Dood’ moeilijk weerstaan. De manier waarop Poe de feestzalen beschrijft die op een bepaalde wijze met elkaar verbonden zijn getuigt van een groot analystisch en ruimtelijk inzicht. Dan blijft het natuurlijk gissen waarvoor ‘de rode dood’ nu eigenlijk symbool staat. De pest? Of gewoon de dood maar dan wel gehesen in een bloedrood jasje? ‘Het Reisverhaal van A.G. Pym’ is ook briljant vanwege de verrassende plotwendingen. Ik heb wel veel moeite gehad met het feit dat er nauwelijkseen dialoog in het verhaal voorkomt. ‘Het Ovale Portret’ mag ik zeker niet vergeten. Wat een briljant einde! Een ander superieur verhaal is ‘Het Systeem van Dr. Tarr en Professor Fether’. Ik ben werkzaam in de intramurale zorg en sommige scenes uit het verhaal komen soms aardig dicht in de buurt van de dagelijkse praktijk! Ook ben ik van mening dat Poe met dit verhaal het eerste zaadje plantte voor de ‘belevingsgerichte zorg’.”

Met welk verhaal of gedicht heb je het minst en waarom?

“Elk Poe-verhaal of -gedicht heeft een bepaalde mate van aantrekkingskracht. Ik ben overigens meer bekend met zijn verhalen dan met zijn poëzie. Eén van de ‘tegenvallende’ verhalen vind ik ‘Hans Pfaal’ vanwege de omslachtig geschreven passages.”

Stel je was Poe in zijn tijd tegengekomen. Welke vraag zou je hem als eerste hebben gesteld, of welk onderwerp zou je als eerste bij hem hebben aangesneden?

“Ik zou vooral het geheim van zijn woordenschat willen ontrafelen of hoe hij zichzelf traint in schrijfvaardigheid. En ik zou natuurlijk willen weten wie of wat er achter ‘de rode dood’ schuil gaat.”

Koop bij bol.com